
Omgeving
De Scheeken
Natuurgebied De Scheeken
De Scheeken, tussen Liempde en Sint-Oedenrode, is een natuurgebied met een lappendeken van gemengd bos en weilanden. Het hoge percentage leem in de bodem en de lage ligging leiden tot natte natuur met bijzondere flora en fauna, al eeuwenlang. Zo vind je hier de Bosanemoon, de Slanke sleutelbloem en Zoete kers. Voor zeldzame slakken en bijzondere roofvogels zoals de Wespendief is het ook prima toeven in De Scheeken, net zoals voor boommarters, hermelijnen en boomkikkers. Sinds het voorjaar van 2017 leven er ook weer edelherten in De Scheeken.
Unieke herverkaveling
Na de Tweede Wereldoorlog werd onder het motto ‘Nooit meer Hongerwinter’ in De Scheeken aan ruilverkaveling gedaan. Doel: de productiviteit en efficiency van de agrarische sector verhogen. De Scheeken was het eerste gebied in Nederland waarbij een landschapsplan werd gebruikt voor de ruilverkaveling. Dit plan besteedde niet alleen aandacht aan grotere kavels en een verbeterde ontsluiting maar óók aan behoud van ‘bestaande landschappelijke waarden’. In De Scheeken werd gekozen voor een karakteristieke, kleinschalige inrichting met streekeigen planten en bomen, populieren die nieuwe kavels omzoomden en nieuwe eiken langs enkele (hoofd)wegen. In 1956 is de herverkaveling in De Scheeken afgerond. Later, bij de grote ruilverkaveling van Sint-Oedenrode (1987-2007), zijn er opnieuw tientallen hectares geruild. Hierbij zijn grote stukken landbouwgrond natuurgebied geworden.
Zeg je ‘populieren’…
De Scheeken is lange tijd gemeenschappelijke grond geweest voor boerengemeenschappen in omliggende dorpen. Vanaf midden 18e eeuw transformeerden zij hier veel van hun hooilanden en hakhoutbosjes in populierenplantages voor het maken van klompen. Ook in het oorspronkelijk natte moerasbos zijn de hoofdbomen destijds vervangen door populieren.
… dan zeg je ‘klompen’
Het maken van klompen was in Liempde een gespecialiseerd ambacht dat al eeuwenlang van generatie op generatie werd doorgegeven. De productie richtte zich vooral op de eigen boerengemeenschap. Rond 1809 ontstond er ook een bescheiden klompenhandel met onder meer Noord- en Zuid-Holland. Het klompenambacht, het échte handwerk, verdween na de Eerste Wereldoorlog langzaam maar zeker door de komst van boor- en schuurmachines. De klompenmakers die aan machinale productie begonnen, sloten uiteindelijk ook hun deuren toen de behoefte aan houten schoeisel daalde. Anno 2020 heeft Liempde nog één klompenmaker: Klompenfabriek Traa. Toch is de klomp in de 21e eeuw niet vergeten: Stichting Brabantse Klomp startte in 2018 een campagne om de klomp, het ambacht en het klompenproductielandschap op eigentijdse wijze in de schijnwerper te zetten.
Bomen in de berm: het recht van voorpoting
Eeuwen geleden werd op talrijke plaatsen in Nederland het recht van voorpoting (of: plantrecht) geïntroduceerd. Het gaf grondeigenaren het recht om in de berm van de openbare weg bomen te planten, te kappen en te herbeplanten. Het ging hierbij om openbare bermen die grenzen aan hun perceel. Ook in en rondom De Scheeken gold dit recht. Het leverde bewoners eigen hout op om te vertimmeren of om er klompen van te maken. Dat was lucratief want het zorgde voor een extra zakcent. Vanaf de intrede van het Burgerlijk Wetboek zijn geen nieuwe pootrechten meer verleend, maar rechten die grondeigenaren hadden, bleven. Behalve als ze werden afgekocht, zoals bijvoorbeeld bij de ruilverkaveling in De Scheeken, net na de Tweede Wereldoorlog. In de rest van Liempde en bijvoorbeeld ook Sint-Oedenrode geldt op veel plaatsen nog het voorpootrecht.
‘Kijk, een edelhert!
In De Scheeken leven sinds 6 maart 2017 weer edelherten in de vrije natuur, in een omheind gebied van 400 hectare. Met hun specifieke gedrag en graasgewoonten zorgen deze ‘koningen van het woud’ voor meer leven in het landschap. Zie pagina edelherten.